Irrégulier

INFINITIFIMPARFAITPARTICIPE PASSE
cuirebakkenbaktegebakken
bannirbannenbandegebannen
creverbarstenbarsttegebarsten
gâterbedervenbedierfbedorven
tromperbedriegenbedroogbedrogen
commencerbeginnenbegonbegonnen
serrer, enfermerbergenborggeborgen
ordonnerbevelenbeval, bevalenbevolen
succomberbezwijkenbezweekbezweken
prierbiddenbad, badengebeden
offrirbiedenboodgeboden
mordrebijtenbeetgebeten
lierbindenbondgebonden
soufflerblazenbliesgeblazen
s'avérerblijkenbleekgebleken
resterblijvenbleefgebleven
brillerblinkenblonkgeblonken
rôtirbradenbraaddegebraden
casserbrekenbrak, brakengebroken
(ap)porterbrengenbrachtgebracht
brasserbrouwenbrouwdegebrouwen
plierbuigenbooggebogen
creuserdelvendolfgedolven
penserdenkendachtgedacht
briguerdingendonggedongen
fairedoendeedgedaan
porterdragendroeggedragen
flotterdrijvendreefgedreven
presserdringendrong gedrongen
boiredrinkendronkgedronken
dégoutterdruipendroopgedropen
plongerduikendookgedoken
semblerdunkendochtgedocht
oserdurvendurfde, dostgedurfd
forcerdwingendwonggedwongen
mangeretenat, atengegeten
sifflerfluitenfloot gefloten
allergaanginggegaan
valoirgeldengoldgegolden
ressemblergelijkengeleekgeleken
guérirgenezengenas, genazengenezen
jouirgenietengenootgenoten
donnergevengafgegeven
versergietengootgegoten
glisserglijdengleedgegleden
reluireglimmenglomgeglommen
creusergravengroefgegraven
saisirgrijpengreepgegrepen
pendrehangenhinggehangen
avoirhebbenhadgehad
s'appelerhetenheettegeheten
leverheffenhiefgeheven
aiderhelpenhielpgeholpen
hisserhijsenheesgehesen
tenirhoudenhieldgehouden
taillerhouwenhieuwgehouwen
chasserjagenjoegdgejaagd
couperkervenkorfgekorven
choisirkiezenkoosgekozen
regarderkijkenkeekgekeken
se querellerkijvenkeefgekeven
grimperklimmenklomgeklommen
résonnerklinkenklonkgeklonken
rongerkluivenkloofgekloven
pincer knijpenkneepgeknepen
venirkomenkam, kwamengekomen
acheterkopenkochtgekocht
recevoirkrijgenkreeggekregen
criaillerkrijsenkreesgekresen
crier, pleurerkrijtenkreetgekreten
se rétrécirkrimpenkrompgekrompen
ramperkruipenkroopgekropen
pouvoirkunnen kon, kondengekund
(s')acquitterkwijtenkweetgekweten
rirelachenlachtegelachen
chargerladenlaaddegeladen
laisserlatenlietgelaten
déposerleggenlei, leidengelegd
lirelezenlas, lazengelezen
mentirliegenlooggelogen
être couchéliggenlag, lagengelegen
souffrirlijdenleedgeleden
(res)semblerlijkenleekgeleken
marcherlopenliepgelopen
cloreluikenlookgeloken
moudremalenmaaldegemalen
trairemelkenmolkgemolken
mesurermetenmat, matengemeten
devoirmoetenmoestgemoeten
avoir la permissionmogenmochtgemoogd
prendrenemennam, namengenomen
s'inclinernijgenneeggenegen
pincernijpenneepgenepen
défricherontginnenontgonontgonnen
avoir coutumeplegenpleegdegepleegd
effilerpluizenploosgeplozen
louerprijzenpreesgeprezen
devinerradenraadde, riedgeraden
allerrijdenreeedgereden
lacerrijgenreeggeregen
lacérerrijtenreetgereten
s'éleverrijzenreesgerezen
appelerroepenriepgeroepen
sentirruikenrookgeroken
séparerscheidenscheiddegescheiden
injurierscheldenscholdgescholden
abîmerschendenschondgeschonden
verser, donner, offrirschenkenschonkgeschonken
créerscheppenschiepgeschapen
raserscherenschoorgeschoren
tirer (avec une arme)schietenschootgeschoten
paraîtreschijnenscheengeschenen
marcherschrijdenschreedgeschreden
écrireschrijvenschreefgeschreven
s'effrayerschrikkenschrokgeschrokken
s'abriterschuilenschoolgescholen
battreslaansloeggeslagen
dormirslapensliepgeslapen
se rétrécirslinkenslonkgeslonken
se glissersluipensloopgeslopen
fermersluitenslootgesloten
fondresmeltensmoltgesmolten
lancersmijtensmeetgesmeten
coupersnijdensneedgesneden
mouchersnuitensnootgesnoten
reniflersnuivensnoofgesnoven
tendrespannenspandegespannen
regretterspijtenspeetgespeten
filerspinnenspongesponnen
fendresplijtenspleetgespleten
parlersprekensprak, sprakengesproken
sauterspringenspronggesprongen
être issuspruitensprootgesproten
cracherspuwenspooggespogen
lancer de l'eauspuitenspootgespoten
être deboutstaanstondgestaan
piquerstekenstak, stakengestoken
déroberstelenstal, stalengestolen
mourirstervenstierfgestorven
monterstijgensteeggestegen
empeserstijvensteefgesteven
puerstinkenstonkgestonken
pousserstotenstoottegestoten
combattrestrijdenstreedgestreden
repasserstrijkenstreekgestreken
faire de la poussièrestuivenstoofgestoven
se mouvoirtijgentooggetogen
marchertredentrad, tradengetreden
touchertreffentrofgetroffen
tirertrekkentrokgetrokken
tombervallenvielgevallen
attrapervangenvinggevangen
aller en bateauvarenvoergevaren
se battrevechtenvochtgevochten
contrarierverdrietenverdrootverdroten
disparaîtreverdwijnenverdweenverdwenen
oubliervergetenvergat, vergatenvergeten
perdreverliezenverloorverloren
dévorerverslindenverslondverslonden
disparaîtreverzwindenverzwondverzwonden
trouvervindenvondgevonden
tresservlechtenvlochtgevlochten
fuirvliedenvloodgevloden
volervliegenvlooggevlogen
coulervlietenvlootgevloten
pliervouwenvouwdegevouwen
demandervragenvroeggevraagd
manger goulumentvretenvratgevreten
gelervriezenvroorgevroren
courtiservrijenvrijdegevrijd
faire du ventewaaienwoeigewaaid
laverwassenwastegewassen
croîtrewassenwiesgewassen
peserwegenwooggewogen
jeterwerpenwierpgeworpen
embaucherwervenwierfgeworven
savoirwetenwistgeweten
tisserwevenweefdegeweven
êtrewezenwas, warengeweest
céderwijkenweekgeweken
imputerwijtenweetgeweten
indiquerwijzenweesgewezen
vouloirwillenwilde / wougewild
enroulerwindenwondgewonden
gagnerwinnenwongewonnen
devenirwordenwerdgeworden
vrengerwrekenwreektegewroken
frotterwrijvenwreefgewreven
tordrewringenwronggewrongen
direzeggenzei, zeiden / zegdegezegd
envoyerzendenzondgezonden
voirzienzag, zagengezien
s'affaisserzijgenzeeggezegen
êtrezijnwas, warengeweest
chanterzingenzonggezongen
s'enfoncerzinkenzonkgezonken
méditerzinnenzongezonnen
être assiszittenzat, zatengezeten
chercherzoekenzochtgezocht
salerzoutenzouttegezouten
sucer zuigenzooggezogen
se saoulerzuipenzoopgezopen
devoirzullenzou, zoudenzullen
avaler goulumentzwelgenzwolggezwolgen
s'enflerzwellenzwolgezwollen
nagerzwemmenzwomgezwommen
jurerzwerenzwoergezworen
suppurerzwerenzwoorgezworen
errerzwervenzwierfgezworven
se tairezwijgenzweeggezwegen